Beste vrienden,

 

Vele grondbegrippen van het christendom komen ons vandaag nog maar moeizaam over de lippen. Ze staan te veraf van de hedendaagse mainstream. Wie zou nu nog als „deemoedige“, „kuise“ of „zachtmoedige“ mens bestempeld willen worden?

 

Ook het woord “dienen” staat slecht aangeschreven. „Dienende beroepen“ beleven geen conjunctuur. In ziekenhuizen solliciteren voor het verplegende werk veelal mensen uit ontwikkelingslanden. De huisbediende werd de huishoudelijke hulp. In het collectieve bewustzijn staan de boomende management- en consultingberoepen op de eerste plaats.

 

Het maatschappelijk dominerende streven naar zelfverwerkelijking stelt het opofferende engagement in de schaduw. Hoofdschudden en onbegrip laten velen eraan twijfelen of een dienst zonder onmiddellijke tegenprestatie geen teken van zwakte is.

 

De crisis van het dienen is een crisis van de menselijkheid. Als we naar Jezus Christus kijken, die gekomen is om te dienen, wordt het dienen met vreugde vervuld. En de christenen worden opnieuw zuurdesem van de samenleving.

 

Voor een nieuwe cultuur van het leven

Uw Europa voor Christus! Team

 

PS: Niet vergeten: een dagelijks Onzevader voor een christelijk geïnspireerd Europa.

 

 

- * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * -

 

 

Over het dienen

door Dr. Hans Thomas

 

Het woord „minister“ is een Latijnse term. In het Nederlands: “dienaar”. Dat klinkt niet populair. Vandaag nog minder dan ooit. Want bij de verandering van de moderniteit hoort – met het streven van de mens naar autonomie en met het afscheid van God – de verschuiving van de betekenis van macht. Zowel de macht over de natuur als ook de macht over de mens. Het aspect van het dienen werd steeds meer verdrongen. Door de totalitaire systemen van de 20ste eeuw werd het zelfs in diskrediet gebracht. Tenslotte werd het “dienen” iets negatiefs: het zich dienstbaar maken, een onderwerping. Alle discussies over “elite”, alle kritiek op elites getuigen hiervan.

 

Het begrip elite is echter nauw verbonden met het begrip dienen. De beslissende vraag is maar of de elites diegenen zijn die in het bijzonder moeten dienen, of juist diegenen die zich het beste laten bedienen.

 

Een zin uit het Evangelie geeft hierop een duidelijk antwoord: „Wie onder u groot wil worden, moet uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, moet uw knecht zijn. Ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen...” (Mt. 20, 26-28).

 

Is onze maatschappij - ondanks de snelle aanwas van de dienstensector - deze houding vergeten? Heeft het afscheid van God ook het begrip dienen in een negatief daglicht gesteld? Dit is tragisch, want net zij die ‘God wilden afschaffen’, de aanstokers van de Franse Revolutie, geloofden van zichzelf dat ze een “dienende avant-garde” waren. Deze avant-garde heeft, zo zei bijvoorbeeld Claude Henry de Saint Simon (1760-1825), een „waarlijk priesterlijke taak“, namelijk „het uitoefenen van een positieve macht op de maatschappij”. Hij wenst de burgers geluk met hun nieuwe elites “die u als een avant-garde zullen dienen.“ Elite-zijn betekent dus voorbeeld zijn, voorbeeld in het dienen.

 

Wie vandaag op TV of in de krant dagelijks hoort of leest van smeergeldaffaires en corruptie bij “die daarboven”, die kan men niet kwalijk nemen dat hij onder ‘elite’ diegenen verstaat die de room afscheppen en de magere melk aan de anderen overlaten. Het ergste hieraan is nog dat “zij daarboven” juist daarom benijd worden. Want, zo wordt er dan gezegd, “die hebben het gemaakt”. En zelfs zo blijven ze nog voorbeelden.

 

Geen wonder dat het bij de zogenaamde dienende beroepen aan opvolging ontbreekt. Statistisch in alle geval. Maar wie in zijn eigen omgeving naar de moeder kijkt die het zieke kind verzorgt; naar de dokter die ook om 3 uur ’s nachts beschikbaar is; naar de ambachtsman of de ondernemer die niet kan slapen omdat hij zijn mensen niet meer in dienst kan houden; naar al diegenen die zich onopvallend afsloven om de klanten of opdrachtgever tevreden te stellen – daarbij nog blijgezind en vriendelijk – en naar de talloze koppels en ouders die als vanzelfsprekend aan elkaar trouw blijven en door dik en dun elkaar steunen, wordt toch geraakt door zoveel stille heldendaden van het dienen. Dat is wat uiteindelijk telt.

 

Hans Thomas is arts en auteur van talrijke boeken over geneeskundige beroepsethiek en andere interdisciplinaire thema’s. Hij is leider van het Lindenthal-instituut in Keulen.